Veel carrosserievarianten
In 1996 bracht Renault de eerste Mégane op de markt. De auto volgde de Renault 19 op en nam plaats in het modellengamma tussen de Renault Clio en de Laguna. De Mégane was er in allerlei gedaantes: een vijfdeurs hatchback, een coupé met een heel eigen, stoere achterkant en een cabriolet. Ook kwamen er een sedan en een stationwagon, beide gebouwd in Turkije. De Fransen voegden voorts nog de Mégane Scénic aan de selectie toe: een compacte MPV. Deze werd Auto van het Jaar 1997 en genoot een enorme populariteit. Het bleek ook een inspiratiebron voor vele soortgelijke modellen die daarna volgden, zoals de Opel Zafira, Volkswagen Touran en Citroën Xsara Picasso. De compacte MPV heette na de Mégane-facelift in ’99 slechts Scénic (zonder Mégane dus). Een tweedehands Mégane uit de eerste generatie is er al voor een paar honderd euro.
Geïnspireerd op de Renault 16 uit de jaren ’60 en ‘70: de neus van de eerste Renault Mégane.
Sterk, niet degelijk
Patrick le Quément was designer bij Renault van 1987 tot en met 2009. Hij kwam met een aantal eigenzinnige creaties op de proppen, waarvan de Renault Avantime en de Renault Sport Spider het meest in het oog springen. Ook de tweede generatie Renault Mégane (vanaf 2002) had een behoorlijk typisch uiterlijk. De ronde achterruit die bijna rechtop staat is nog wel het meest treffende detail. Deze tweede generatie Mégane scoorde vijf sterren in de EuroNCAP crashtest, maar helaas staat ‘ie ook hoog in de pechstatistieken. Hij was er als driedeurs, vijfdeurs, sedan en stationwagon. Ook verscheen er een CC: een coupé-cabrio met een stalen klapdak. Een Mégane occasion uit de tweede generatie is er al vanaf minder dan 1.000 euro. Tel er voor de goedkoopste exemplaren wel gerust een paar hoge garagerekeningen in het eerste jaar bij, al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen die de regel bevestigen.
De tweede Renault Mégane was uitgesproken, stijlvol, maar helaas niet zo betrouwbaar.
Kwalitatief beter
Sinds 2008 rijdt dan de derde generatie Mégane rond. Vergeleken met zijn voorganger is zijn ontwerp erg degelijk, misschien zelfs wat saai. Aan de andere kant: de techniek van dit model bleek óók een stuk degelijker te zijn. We zien dit model gemiddeld minder stilstaan op de vluchtstrook, bevestigt ook de Duitse ADAC pechstatistiek: in 2005 stonden er per duizend exemplaren gemiddeld tien (10!) keer meer Méganes met panne dan in 2011. Van deze Mégane is er in Nederland nooit een sedan verkocht, tenzij je de elektrisch aangedreven Renault Fluence meerekent. Wel kregen we weer een CC, een sportieve coupé en een stationwagon. Vooral die laatste genoot van 2009 tot en met 2013 een enorme populariteit in ons land. Dit kwam vooral door onze bijtellingspolitiek: de ruime fransoos viel (net) in de 14%-bijtellingscategorie, waardoor –ie voor een schijntje zakelijk te berijden was. In 2012 was de Mégane daardoor zelfs ’s lands meest populaire auto.
In 2012 stond deze Mégane op de eerste plaats in de verkoopstatistieken!
Duidelijk Van den Acker
En nu is het dus tijd voor de vierde Renault Mégane. Wat een lekker dynamisch ontwerp heeft deze auto toch... Zijn uiterlijk is dan ook behoorlijk in lijn met andere geslaagde Renault-modellen van de laatste tijd, zoals de Renault Clio, de Captur en de Talisman (de opvolger van de Renault Laguna). Hier mogen we best trots op zijn, want het is de Nederlander Laurens van den Acker die nu hoofd ontwerp is bij het merk met het Wybertje als logo. De nieuwe Mégane beleeft zijn debuut op de IAA in Frankfurt die 17 september begint. Vroeg in 2016 komt het model op de markt. Een stationwagon en een strak gelijnde coupé liggen in de lijn der verwachting. Of er weer een CC komt, is nog even de vraag: veel merken kiezen de laatste tijd toch weer voor een stoffen kap. Natuurlijk komt Renault binnenkort ook weer met een nieuwe Scénic op de proppen. Zal dat dan ook al zo’n frisse verschijning worden? We wachten er met smart op...
Wat nou saai?! De nieuwste Mégane ziet er uitdagend uit.
