Land Rover Defender moet modderworstelen, niet dragracen (video).
Stel: je staat in je BMW 535i voor het stoplicht en naast je staat een Land Rover Defender. Hoe zou je dan kijken als die Defender je er lachend uit trekt? Als je een Wildcat Defender tegenkomt, is dat namelijk precies wat er gebeurt. Maar de vraag die me blijft bezighouden is: moeten we dit wel willen? Wordt de wereld er een betere plek van als onze favoriete 4x4 voortaan dragraces kan winnen?
Ze zien er bruut uit, de Defenders die na modificatie uit de werkplaats van Wildcat rollen. Eén van de laatste paradepaardjes heet Wildcat Defender LS3 V8 110 XS SW, wat een moeilijke manier is om te zeggen dat-ie groot én snel is. De 6,2-liter V8 van GM levert 430 tot 550 pk (afhankelijk van je budget) en dat is genoeg om in minder dan zes seconden naar 100 km/h te versnellen.
Wolf in schaapskleren
Maar wat heb je daar aan als je aan de voet staat van een modderige helling van 45 graden? Of vertaald naar onsch Nederland: als je op het punt staat een boomstronk uit je tuin te trekken met een stalen ketting? Niets, nakkes, nada. En dat is precies waarom de fratsen van Wildcat mij niet bekoren. Met een Land Rover hoor je glibberige, onverharde wegen te bedwingen, die leiden naar een oud vakwerkboerderijtje dat voor het gewone volk altijd onbereikbaar zal blijven. Of je gebruikt hem in het weekend om de paardentrailer te trekken. Zo is het altijd geweest en zo zou het altijd moeten blijven.
Voor liefhebbers die hun ongemodificeerde Defender vaker willen uitlaten, worden er regelmatig parcoursen uitgezet in onherbergzame bosgebieden, zoals daar zijn de Ardennen en zo’n beetje ieder bos van het Verenigd Koninkrijk. Regen is een pre. Je kunt natuurlijk zelf eropuit gaan, maar wil je de kans op een veilige terugkomst maximaliseren, ga dan onder begeleiding van een professional. Die leert je bijvoorbeeld dat je tijdens een klim de tractie vergroot door flink heen en weer te sturen. Enfin, kijk zelf maar.
Dít is zoals je een Defender zou moeten behandelen