Ongetwijfeld hoort de Chevrolet Camaro in het rijtje Amerikaanse iconen, naast de Mustang en Corvette. De auto wordt al vijftig jaar geproduceerd en de laatste incarnatie blijft dicht bij het karakter van het origineel.
Viercilinder met turbo
Wie
muscle car zegt, hoort daarbij al direct een bulderende V8. Het goede nieuws is dat deze nog steeds leverbaar is in de Camaro, het slechte nieuws is dat de Nederlandse overheid deze bestraft met zoveel belasting dat niemand de auto in Nederland zal aanschaffen. Gelukkig kreeg de slechts twee liter grote viercilinder een turbo en met de 275 pk die het blok levert is het goed toeven. De sprint naar de 100 km/u doet de Camaro in zes tellen en de topsnelheid is een respectabele 240 km/u.
Geen traditionele zwakke punten
Het wordt nog mooier, want de Camaro heeft geen last van de traditionele zwakke punten van Amerikaanse auto’s. Wat sportievere banden zouden de auto echter meer recht doen. De Camaro rolde nu op zogenaamde allweather-banden en hoewel deze prima zijn voor onder een eenvoudige stadsauto of (compacte) middenklasser, passen ze minder bij een echt sportieve auto.
Het interieur is prima afgewerkt, met mooi ogende materialen die wel een tijdje mee lijken te kunnen gaan. Van het uiterlijk moet je houden. Het is in ieder geval duidelijk een echte Camaro; alleen het spoilertje op de achterklep lijkt te zijn getekend door de tienjarige zoon van de ontwerper.
Prijzen
Chevrolet vraagt 57.050 euro voor de Camaro Coupé en 63.570 euro voor de cabriolet. In beide gevallen gaat het over de viercilinder, want vanwege de belasting kost de V8 in Nederland minimaal een ton. Die slaan we dus maar even over.
Bekijk de hele review hieronder:
