Drie keer beter: Jaguar XE
De onlangs gepresenteerde Jaguar XE gooit hoge ogen. We zouden bijna vergeten dat Jaguar zo’n tien jaar terug ook al een compact model aanbood. Dat was de X-Type, weet je nog? De nieuwe is in veel opzichten beter. Hier drie redenen waarom de XE wél een succes wordt.
1. Authentieke Jaguar
De Jaguar X-Type was onderhuids stiekem helemaal geen Jaguar. In de jaren 2000 was Ford nog eigenaar van het luxemerk (tegenwoordig is dat de Tata-groep). De kleine Jag was derhalve technisch grotendeels identiek aan de toenmalige Ford Mondeo. En als je dat weet, gaat er toch wat van die echte Jaguar-allure verloren, hoe goed de Ford ook mocht zijn... De nieuwe XE is (gelukkig) wel een 100% Jag.
2. Geen dopjes
Met de X-Type (leverbaar van 2001 tot 2010) verraste Jaguar vriend en vijand. Vooral omdat de basisversie was voorzien van plastic wieldoppen. Mercedes, BMW en Audi komen daar misschien mee weg, maar bij een puur luxemerk als Jaguar klopt het gewoon niet. Gezien de plaatjes die Jaguar tot nu toe van de XE heeft vrijgegeven lijkt het erop dat de ‘dopjesmisser’ geen vervolg krijgt. Beter!
3. Jaguar snapt de Estate
Van de X-type kwam er in 2004 ook een stationwagonversie op de markt. Hoe praktisch zo’n grotere laadruimte ook is: het design van de wagon was alles behalve dynamisch te noemen. Anno 2014 weet Jaguar wel wat een lekkere stationwagon is. Dit toonde het merk onlangs aan met de geslaagde XF Sportbrake. Daarom mag je toch wel verwachten dat er straks ook een lekker gelijnde XE Sportbrake komt…