Wegligging
De auto trilt, trekt naar één kant of voelt bij hobbels of in bochten deinerig aan. Als de auto naar één kant trekt en dit komt niet door sporen in het wegdek, dan kan een van de banden lek of leeg zijn. Ook kan het zijn dat de auto moet worden uitgelijnd. In alle gevallen is het raadzaam zo snel mogelijk de bandenspanning te controleren en bij twijfel naar een garage te gaan. Een trilling in het stuur kan betekenen dat er onbalans in de voorwielen zit (bij onbalans in de achterwielen trilt de hele auto). Dit is eenvoudig op te lossen – en verhoogt het comfort enorm – door de wielen te laten balanceren. Deze twee eerste klachten komen bij occasions nogal eens voor en zeggen veel over hoe nauw de vorige eigenaar het met het onderhoud heeft genomen. Als de auto in bochten deinerig (de wegligging voelt niet meer zo zeker) aanvoelt kan er een probleem zijn met de schokdempers. Naar de garage voor controle.Geluiden
Vreemde geluiden kunnen duiden op allerlei technische problemen. Een knetterend geluid, dat bovendien toeneemt als je gas geeft, duidt op een lekke uitlaat. Dit betekent sowieso apk-afkeur en kan bij controle bovendien op een boete komen te staan, dus laat dit snel door een garage oplossen. Een piepend geluid bij draaiende motor (dat verandert met het toerental van de motor) duidt op een losse of versleten v-snaar. Snel laten controleren door een garage. Een zoemend geluid (dat in bochten opduikt of juist verdwijnt) kan duiden op versleten wiellagers. Ook hier geldt: zo snel mogelijk een autobedrijf opzoeken. Een tikkend geluid als je de motor probeert te starten kan duiden op een (bijna) lege accu of een kapotte startmotor. Als de motor uiteindelijk niet aanslaat moet je de wegenwacht bellen of de auto naar een garage slepen.Vloeistoffen
Is dat plasje onder de auto nou gewoon condenswater van de airco of toch koelvloeistof? Donkere, olieachtige vloeistof duidt op olielekkage. Dit komt meestal van de motor, maar ook de versnellingsbak en het differentieel kunnen olie lekken (bij deze laatste twee is dit echter vaak rood van kleur). Controleer het oliepeil met behulp van de oliepeilstok. Veeg de peilstok eerst schoon en stop hem er daarna weer in om het daadwerkelijke peil te kunnen meten. Doe dit met stilstaande motor, bij voorkeur enkele minuten nadat je gereden hebt, zodat de motorolie kan zakken. Is het oliepeil onder het minimum gezakt, rijd dan onder geen beding verder, maar vul de olie eerst bij om kostbare schade te voorkomen. Laat daarna de lekkage zo snel mogelijk controleren. Blauwe, groene of rode, waterachtige vloeistof duidt op een verlies van koelvloeistof. Controleer het peil in het reservoir, maar doe dit niet bij een warme motor! Er zit dan enorme druk op het systeem waardoor de hete vloeistof eruit kan spuiten. Vul zo nodig bij, maar bel bij onzekerheid over de oorzaak de garage of de wegenwacht. Als je de airco bij warm weer hebt gebruikt, ligt er na het rijden vaak een plasje condenswater onder de auto. Om dit (en nare schimmelluchtjes in het interieur) te voorkomen kun je de airco enkele minuten voor aankomst alvast uitzetten.
Om het oliepeil te checken wacht je na het rijden enkele minuten om de olie te laten zaken en maak je eerst de peilstok schoon.