Volkswagen en Audi verlaten fossiele autosport: wat levert dat ons op?

Het dieselschandaal van Volkswagen kan voor groenliefhebbers nog wel eens onverwacht positieve gevolgen hebben. Opgejaagd door de geleden imagoschade zetten de bestuurders van het VW-concern in Wolfsburg een opmerkelijke stap: de motorsportdivisies van zowel Volkswagen als Audi hebben hun vertrek uit de fossiele racerij ingezet. De komende jaren willen de Duitsers investeren in Formule E, de klasse voor elektrische raceauto’s. De eerste klappen zijn meteen een daalder waard. Nadat Audi eerder al bekendmaakte in 2017 niet terug te keren naar Le Mans, laat Volkswagen nu weten dat het volgend jaar geen Polo meer naar het World Rally Championship stuurt. Coureurs op straat, driehonderd medewerkers naar de postkamer; een duidelijker signaal kon de kersverse WRC-kampioen niet afgeven. Nog het best te vergelijken met een situatie waarin Mercedes met Formule 1 zou stoppen, een week nadat Nico Rosberg de kampioensbeker in de lucht heeft gehouden. En zo fungeert het dieselschandaal, dat de Volkswagengroep over de hele wereld miljarden aan boete- en schadeclaims opleverde, onbedoeld als aanjager van de duurzame visie bij het moederconcern. De racerij is immers van oudsher een broedkamer voor technologische vernieuwing die uiteindelijk ook z’n weg vindt naar de consumentendivisies van autoproducenten.

Waarin komt die technologische vernieuwing tot uiting?

In het huidige seizoen van de Formule E rijden alle teams met dezelfde 28kWh Williams lithium ion accu, met een totaalgewicht van 200 kg (het equivalent van 4.000 mobiele telefoons). En er zijn meer restricties: zo beschikken de coureurs tijdens de kwalificatie over maximaal 200 kilowatt terwijl ze tijdens de race zelf een beroep mogen doen op hoogstens 170 kilowatt. Flauw? Dat valt wel mee. De teams zijn namelijk vrij in het ontwerpen van de gehele aandrijflijn: de motor, de omvormer (of ‘wisselrichter’ die wordt gebruikt om de snelheid van de motor te regelen) en de versnellingsbak. En dat levert hele aardige verschillen op. Sommige teams kiezen voor een zware (dubbele) motor, met een maximaal koppel en zo weinig mogelijk versnellingen (Renault, DS/Virgin), terwijl andere teams juist opteren voor een lichtere en snel draaiende motor, die versnellingen nodig heeft om snel te kunnen accelereren (Andretti, Venturi). Het E-team van Audi Sport/Schaeffler kiest met drie versnellingen vooralsnog een middenweg, met een laaggeplaatste omvormer om de wegligging te verbeteren.

En wat hebben wij daaraan?

Als fan van sportauto’s verheug ik me behoorlijk op de accelaratie van mijn toekomstige elektrische auto (het moment gaat een keer komen, zoveel is nu wel duidelijk). Het is een fijne gedachte dat Europese autobouwers zich ondertussen ook bezighouden met zaken als wegligging en overbrenging. De grootte van de motor en het aantal versnellingen zijn bijvoorbeeld ook van invloed op de actieradius van elektrische voertuigen.

Geluid

Waar de Formule E teams zich vooralsnog niet mee bezighouden is het waardeloze geluid dat Formule E auto’s produceren. Hopelijk hebben ze bij Volkswagen/Audi na het afscheid van Monte Carlo en Le Mans voldoende tijd om daar een oplossing voor te bedenken. Een samenvatting van de ePrix op het straatcircuit van Parijs. Alsof je twintig RC-autootjes hoort rondrijden. -------- Zie jij een elektrische of hybride auto ook wel zitten? Klik dan hier voor het aanbod op Marktplaats, voor alles van stadskarretje tot sportauto.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam