Het wordt nog druk bij het waterstofstation…
Ik zag vorige week zowaar een Toyota Mirai rijden op de A44. Bijzonder inspirerend. Vooral omdat hij me met zeker 150 km/h inhaalde, een beetje brandschoon water op het asfalt sprenkelend. Geen actieradius-angst te bekennen bij de bestuurder van deze gedurfd gestileerde brandstofcel-auto. Je moet alleen wél even weten waar je waterstof kunt tanken. Zoals je met een elektrische auto straks ook goed moet weten waar je (snel) stroom kunt tanken.
Dat zal uiteraard altijd (veel) meer tijd blijven vergen dan het tanken van waterstof (een kwestie van minuten), maar diverse experts signaleren nu reeds een laadpaal-probleem dat over een aantal jaren de groei van het elektrisch autorijden kan gaan belemmeren. Er wordt momenteel in veel gemeenten flink gas gegeven met het plaatsen van laadpalen, maar dat zijn helaas vrijwel allemaal palen die (tergend) langzaam laden en die dus binnen afzienbare tijd alweer vervangen zullen moeten worden door snelladers welke compatibel zijn met de komende generatie elektrische auto’s. Niet alleen verspilling van geld, maar óók van groeipotentieel omdat de laadcapaciteit te kort zal gaan schieten.
Snel laden is thans ook al een thema in de autosport, al gebeurt het in de F1 en bij de LMP1-auto’s (Le Mans) doormiddel van (het terugwinnen van) kinetische energie. Logischerwijs wordt er daarom inmiddels serieus gekeken naar brandstofcel-technologie in raceauto’s. Waterstof tanken kan immers snel. Het hardnekkige gerucht wil, dat BMW overweegt met een brandstofcel-auto aan de 24 uren van Le Mans deel te gaan nemen zodra de reglementen dat toelaten. Dat kan zou op z’n vroegst over vijf jaar zijn, maar een officieuze deelname (vanuit pitbox 56, die op het circuit de la Sarthe letterlijk en figuurlijk ruimte biedt aan experimentele racewagens) zou al eerder kunnen! BMW doet hieromtrent nog geen harde uitspraken dan wel beloftes, maar het is wel degelijk zo dat BMW met betrekking tot elektrische mobiliteit een belangrijke beleidsbeslissing heeft genomen. De i-modellen zullen de vervoersbehoefte in grootstedelijke gebieden afdekken en voor de langere afstanden wordt volledig ingezet op (de ontwikkeling van) brandstofcel-auto’s.