Heeft Porsche zijn ziel verkocht? Een analyse in twee delen

In mijn tienerkamer hing een poster van een Porsche 993 Turbo, een echte droomauto die ik nog altijd begeer. Toch maak ik me zorgen over de toekomst van het merk. Is Porsche nog wel tienerkamer-fähig? Porsche blijft nieuwe modellen introduceren en breekt verkooprecord na verkooprecord. Maar ik vraag me af of de toevoeging van SUV's en een sportieve hatchback - en de daarmee gepaard gaande grote verkoopaantallen - het merk niet devalueren. Het begon allemaal met de komst van Porsches eerste SUV, de Cayenne, in 2003. Een terreinauto? Van Porsche?? Ja dus, en het enorme apparaat was nog afgeleid van een Volkswagen (de Touareg – een SUV uit het hogere segment) ook. Dat was voor liefhebbers wel erg veel om in één keer te verstouwen. Over het imago van Porsche bestond tot dan toe geen twijfel dankzij tweedeurs sportmodellen als de 911, de 968 en de 928. Dat was echter niet altijd zo geweest. In de jaren zeventig werden bij auto's als de Porsche 914/916 en de Porsche 924 door journalisten vraagtekens geplaatst. Waren deze modellen, met veel Volkswagen-onderdelen en zelfs viercilinder motoren van het merk van de Kever, wel echte Porsches? Het icoon 911, dat al sinds 1964 op de markt was en steeds succesvol werd vernieuwd, slaagde er echter in eventuele twijfels weg te nemen. Porsche groeide uit tot een van de sterkste automerken en een overtuigd sportautobouwer. Deze richting werd bevestigd door vele internationale racesuccessen, zoals op Le Mans, in de Formule 1 en tijdens de rally Parijs-Dakar.
wk 04 McLaren_TAG_Porsche_F1

Midden jaren tachtig heerste Porsche ook in de F1. Met de TAG-Porsche V6 turbomotor haalde McLaren de constructeurstitel in '84 en '85 en werden Niki Lauda ('84) en Alain Prost ('85 en '86) wereldkampioen.

Verbreding bij Porsche

In de jaren nul week Porsche dus af van de sportauto-filosofie door voor het eerst een vierdeursmodel te presenteren. Alsof dat nog niet riskant genoeg was, viel de keuze op een SUV, een autotype dat net zo sportief is als de gouden koets. En daar bleef het niet bij, want dit model kreeg in 2009 ook nog eens een dieselmotor. Het type krachtbron dat de vrachtauto nog maar net was ontgroeid en vooral werd geassocieerd met verveelde, kilometervretende vertegenwoordigers in saaie auto's van de zaak. In de vakpers werd gesproken over heiligschennis: een diesel in een Porsche, dat kon toch zeker niet? En of dat kon, want de verkoopcijfers bewezen Porsches gelijk; de aantallen bleven toenemen. Gesterkt door het succes van de Cayenne, ging het merk verder met de verbreding van het gamma. In hetzelfde jaar als de dieselmotor kwam de Porsche Panamera op de markt, de eerste auto met vier portieren (doordat de kofferklep toegang biedt tot de passagiersruimte is het officieel overigens een vijfdeurs hatchback) van het merk. De consument bleef de Stuttgarters aanmoedigen en zo kwam vorig jaar de Porsche Macan op de markt. Opnieuw een SUV, deze keer opererend in de middenklasse en gebaseerd op de Audi Q5.

Verkooprecords Porsche

Dat het historisch grote aanbod keer op keer voor verkooprecords zorgt, is allerminst opmerkelijk als je bedenkt dat de nieuwe auto's volumemodellen zijn, die uitstekend in elkaar steken bovendien. Volgens Porsche nemen de Cayenne en de Macan maar liefst 65 procent van de verkopen voor hun rekening. Het aandeel sportauto's bedraagt nog slechts een kwart. Porsche snapt zelf ook dat de verkooprecords een logisch gevolg zijn van de veranderde strategie. Reden waarom het merk in het jongste juichende persbericht in het midden laat dat het afgelopen jaar wereldwijd verkochte aantal van 189.850 Porsches het zoveelste hoogtepunt is (vergeleken met de 162.000 exemplaren van 2013 een exorbitante stijging).

Ferrari kiest voor exclusiviteit

Om deze getallen even in perspectief te zetten: Ferrari heeft omwille van exclusiviteit het maximum aantal per jaar altijd beperkt tot zo'n 7.000 exemplaren. Na een wisseling van de leiding hebben de Italianen afgelopen jaar echter aangekondigd dit uit te gaan bouwen tot maximaal 10.000 auto's. In Nederland verkoopt Ferrari al decennia hooguit enkele tientallen exemplaren per jaar. Porsche daarentegen heeft hier zijn afzet sinds de eerste helft van de jaren negentig meer dan vertienvoudigd; van 80-90 auto's per jaar tot voor het eerst meer dan 1.000 nieuwe Porsches (1.023) in 2014. Wat me weer brengt bij die tienerkamer, want een voorheen exclusief sportautomerk dat je zoals boven beschreven tegenwoordig praktisch op iedere straathoek tegenkomt, moet toch wel aan erosie onderhevig zijn? Daarover meer in deel 2 van deze analyse.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam