Angstaanjagende hesjes
Het zal wel aan mij (en mijn latent slechte geweten…) liggen, maar ik schrik me elke keer weer een hoedje van de fluorescerende, gifgroene hesjes die alle motorrijders thans lijken te dragen, soms zelfs in combinatie met een helm in die afschuwelijke kleur. Daarmee lijken ze dus allemaal héél erg op motoragenten. Die dragen stoere wind- en watervaste jacks in datzelfde netvliesverschroeiende groen.
Kijk, ik begrijp best dat je wilt, nee moet opvallen als je motor rijdt in het hedendaagse verkeer. Je bent tenslotte nogal kwetsbaar. En zeker nu bijna auto’s dagrijverlichting hebben, helpt het simpelweg met dimlicht aan rijden niet meer zoals vroeger. Dat is jammer. Jammer voor de motormuizen, jammer voor de fabrikanten van modieuze motorkleding en jammer voor mij. Want ik blijf er waarschijnlijk van schrikken, hoe vaak het ook ‘loos alarm’ zal zijn gebleken; het is na al die jaren een geconditioneerde reflex geworden.
Ik zou hier daarom een warm pleidooi willen houden voor ouderwetse lederen motorkleding, te dragen zonder hesje (nee, ook geen vettig hesje van een MC). Bij voorkeur in de vorm van zo’n sexy racy overall, die vooral motorrijdsters zo geweldig kan staan. Ik heb er laatst zelf ook eentje gekocht, van het iconische merk ‘Damen Leathers’ om precies te zijn. Alle vijftigers die wel eens naar de Asser TT zijn geweest, kennen het. Iedereen kan zich in zo’n pak Wil Hartog of Boet van Dulmen voelen. Of Jurgen van de Goorbergh, of Valentino Rossi voor mijn part, hoewel laatstgenoemde ook iets heeft met fluorgroen. Bij zo’n lekker leren pak (warm in de winter, relatief koel in de zomer!) hoort dan uiteraard ook wel een echte buikschuiver. Maar een goede Honda CB1000 RR oftewel een ‘Fireblade’ bijvoorbeeld, is gelukkig zo gevonden. Voor een mille of vijf koop je een bloedsnelle machine die (ook qua kleurstelling uiteraard…) een perfecte match vormt met je pak. Wel extra goed letten op het nare groen dat overal om je heen opduikt, want met 175 pk onder de in beschermend leder gevatte kont beschik je over het prestatiepotentieel van een ‘supercar’ (0-100 binnen 3 seconden, top 300+ km/h) die het honderdvoudige kost.
