Uit het november-nummer 2014 van Auto Review
Tekst: Bart Smakman
De Skoda Fabia zat niet lekker in zijn vel. Hij oogde niet zo fraai als de cool kids in de Volkswagen-groep: de Volkswagen Polo en de Seat Ibiza. Maar de derde generatie is eindelijk een mooie auto geworden.
In 2015 bestaat de Fabia zestien jaar. Het was een ongemakkelijke jeugd voor de compacte Skoda, want hij stond jarenlang vreemd hoog op zijn wielen. Zijn neefje, de
Volkswagen Polo, had het veel makkelijker: daarvan is het uiterlijk al jaren fraai. Door zijn groeispurt is de Fabia meer op de Polo gaan lijken. Hij werd breder en lager, met scherpe vouwen en een raamlijn die speels omhoog duikt op het achterste portier. Hoewel het ontwerp zich simpelweg laat samenvatten als 'een kleine Skoda’ - met de typerende Skoda-grille, de bult in de motorkap en de c-vormige, hoekige achterlichten - is de Fabia aan de voorkant spannender dan de Polo.
De timing van de lancering is ook nog eens perfect, want de nieuwe Hyundai i20 heeft een soortgelijke metamorfose ondergaan en verschijnt eveneens binnenkort. En over mooie auto's gesproken: wat denk je van de nieuwe Mazda 2, die ook begin 2015 op de markt komt?
Schapmaatjes
De derde generatie Fabia is compleet nieuw en tegelijkertijd heel vertrouwd. Hoewel het onderstel, de carrosserie, de motoren en de elektronica vanaf de grond zijn opgebouwd, komt pakweg 70 procent van de onderdelen uit hetzelfde schap als dat van de Volkswagen Polo. Het voordeel dat drie van de tien onderdelen van Skoda zelf zijn, is dat de Fabia vanaf de lancering in januari zo’n duizend euro voordeliger is dan een vergelijkbare Polo. Bovendien is de kofferruimte groter (330 versus 280 liter).
Prijsbewust
Samen met de looks, is ook het verbruik van de Fabia opgefrist. Dat deed Skoda door de aerodynamica te verbeteren, het gewicht te verlagen en nieuwe motoren toe te passen. Het aanbod benzinemotoren begint bij een minuscule 1,0-liter driecilinder met 60- of 75 pk, met daarboven de 1.2 TSI met 90- of 110 pk.
Aangezien Nederlanders - en met name Skoda-rijders - prijsbewust zijn, rijden we met de betaalbare, 75 pk sterke, turboloze 1.0 MPI. Dit is tevens de instapmotor van de Fabia Combi die in februari verschijnt. De krachtigere van de twee driecilinders slaat alles behalve een modderfiguur: in de stad zitten we niet om kracht verlegen en de geluidsisolatie is zo goed op orde dat we de kleine motor alleen bij grote krachtinspanningen horen ratelen. Op de snelweg verklapt de toerenteller dat de 1.0 MPI vierduizend toeren maakt, maar in de cabine is het aangenaam stil. Bij 120 km/h is de rek er wel uit: versnellen duurt lang en zodra een heuvel verschijnt, klinkt er tegensputterend driecilindergemopper. Met een 0-tot-100-tijd van 14,7 seconden win je bovendien geen enkele stoplichtsprint, maar als je van nature rustig rijdt, komt zo'n verkwistende krachtmeting niet eens in je op.
Roffeltje
Het verschil in rijervaring tussen de 75 pk sterke 1.0-liter en de 1.2 TSI met 90 pk en vier cilinders is enorm. Eerst hoor je het verschil: een zacht, sportief roffeltje. Dan versnel je in 10,9 seconden naar 100 km/h en op die snelheid wordt duidelijk dat de 1.2 TSI voor meer stilte en minder trillingen zorgt. Het verbruik is zelfs een tiende liter lager (4,8 vs. 4,7 l/100km). Het verschil in aanschaf bedraagt een behapbare 1.150 euro.
Front Assist
De belangrijkste veiligheidsoptie van de Fabia is Front Assist. Dit remsysteem waarschuwt als de afstand tot een voorganger te klein wordt en remt automatisch als de bestuurder dat niet doet. Front Assist is standaard vanaf het tweede uitrustingsniveau (Ambition) en is een verrijking voor zo’n compacte auto. Op veiligheidsgebied stopt Skoda wel al zijn eieren in één mandje, want andere luxe opties die de veiligheid verhogen, zoals dodehoekwaarschuwing en een rijbaanassistent, ontbreken op de prijslijst.
Liever geen grijs
De nieuwe trend, waarbij het uiterlijk van een compacte auto op duizend en een manieren kan worden gepersonaliseerd, is niet aan het nuchtere Skoda besteed. Het wildste dat je kunt doen, is kiezen voor de two-tone lak waarbij het dak, de A-stijlen en de spiegelkappen een andere kleur krijgen dan de body (vanaf Ambition: 900 euro). Dit moedigen we van harte aan om het straatbeeld op te fleuren, maar we vrezen dat grijs de norm gaat worden. Eeuwig zonde.
Oordeel
Als het prijsverschil 1.000 euro is, koop je dan een Skoda Fabia of toch de duurdere Volkswagen Polo? Wij stellen ons een Fabia in twee kleuren met mooie wielen voor - het liefst met de 1.2 TSI-motor. Je mag namelijk best pronken met je betaalbare, ruime en praktische Skoda.
De derde generatie Fabia is compleet nieuw en tegelijkertijd heel vertrouwd. Hoewel het onderstel, de carrosserie, de motoren en de elektronica vanaf de grond zijn opgebouwd, komt pakweg 70 procent van de onderdelen uit hetzelfde schap als dat van de Volkswagen Polo. Het voordeel dat drie van de tien onderdelen van Skoda zelf zijn, is dat de Fabia vanaf de lancering in januari zo’n duizend euro voordeliger is dan een vergelijkbare Polo. Bovendien is de kofferruimte groter (330 versus 280 liter).
Samen met de looks, is ook het verbruik van de Fabia opgefrist. Dat deed Skoda door de aerodynamica te verbeteren, het gewicht te verlagen en nieuwe motoren toe te passen. Het aanbod benzinemotoren begint bij een minuscule 1,0-liter driecilinder met 60- of 75 pk, met daarboven de 1.2 TSI met 90- of 110 pk.
Aangezien Nederlanders - en met name Skoda-rijders - prijsbewust zijn, rijden we met de betaalbare, 75 pk sterke, turboloze 1.0 MPI. Dit is tevens de instapmotor van de Fabia Combi die in februari verschijnt. De krachtigere van de twee driecilinders slaat alles behalve een modderfiguur: in de stad zitten we niet om kracht verlegen en de geluidsisolatie is zo goed op orde dat we de kleine motor alleen bij grote krachtinspanningen horen ratelen. Op de snelweg verklapt de toerenteller dat de 1.0 MPI vierduizend toeren maakt, maar in de cabine is het aangenaam stil. Bij 120 km/h is de rek er wel uit: versnellen duurt lang en zodra een heuvel verschijnt, klinkt er tegensputterend driecilindergemopper. Met een 0-tot-100-tijd van 14,7 seconden win je bovendien geen enkele stoplichtsprint, maar als je van nature rustig rijdt, komt zo'n verkwistende krachtmeting niet eens in je op.
Het verschil in rijervaring tussen de 75 pk sterke 1.0-liter en de 1.2 TSI met 90 pk en vier cilinders is enorm. Eerst hoor je het verschil: een zacht, sportief roffeltje. Dan versnel je in 10,9 seconden naar 100 km/h en op die snelheid wordt duidelijk dat de 1.2 TSI voor meer stilte en minder trillingen zorgt. Het verbruik is zelfs een tiende liter lager (4,8 vs. 4,7 l/100km). Het verschil in aanschaf bedraagt een behapbare 1.150 euro.
