In de voetsporen van Giulia (deel 1 van 2)

Hét grote autonieuws uit Italië deze zomer komt van Alfa Romeo. Het merk heeft de nieuwe Giulia gepresenteerd. Deze auto heeft, net als zijn prachtige naam, een indrukwekkend verleden. We zetten zijn voorgangers op een rij en beginnen in 1962.

Waardig opvolger

Welke auto precies de eerste voorganger van de nieuwe Giulia is, is lastig om vast te stellen. Bij Alfa Romeo lopen de lijnen namelijk niet zo lineair als bijvoorbeeld bij BMW. Het meest logische lijkt om de Alfa Romeo Giulia sedan (er waren ook coupés) aan te wijzen als voorganger. Het heerlijk hoekige, spartaanse sedannetje (1962-1978) is nog steeds een gewilde klassieker. Dat komt vooral door zijn prettige motoren en uitdagende ontwerp. Wat dat betreft is de onlangs gepresenteerde Giulia een waardig opvolger van zijn (of haar?) stamvader, maar daarover later (in het volgende blog) meer. De eerste Giulia kreeg overigens opvolging van de nuova Giulietta, een typische jaren ’70-’80-sedan met hoog op de kofferklep geplaatste achterlichten.
Wat een stamvader! De eerste Giulia sedan.

Wat een stamvader! De eerste Giulia sedan.

Met achterwielaandrijving: de 75

Dan wordt de bloedlijn duidelijker, want Alfa Romeo heeft vanaf 1985 steeds een C-segment sedan in de aanbieding. Als eerste is er de Alfa 75. Dit is de laatste Alfa-Romeo die ook echt door Alfa-Romeo zelf is ontwikkeld, de modellen daarna komen uit de koker van Fiat, dat sinds 1986 eigenaar is van het merk. De 75 heeft nog steeds een grote schare liefhebbers. Is het zijn stoere ontwerp met de duidelijke wigvorm? Is het zijn achterwielaandrijving (opvolgers hebben voorwielaandrijving)? Of zijn het dan toch de boos kijkende koplampen en achterlichten? Nieuwe modellen als de VW Passat hebben die ook weer… Hoe dan ook: de 75 kreeg de duimen omhoog. En dat is nog steeds zo. Tweedehands zijn er nog geen handvol te vinden. Voor een aardig exemplaar ben je makkelijk zo’n 4.000 euro kwijt.
Met zijn ‘booskijkende’ koplampen was de Alfa Romeo 75 zijn tijd ver vooruit.

Met zijn ‘booskijkende’ koplampen was de Alfa Romeo 75 zijn tijd ver vooruit.

‘Die van de DTM-auto’

Ook de nakomeling van de 75 doet nog veel mannenharten (en waarschijnlijk ook verschillende vrouwenharten) sneller kloppen. We hebben het natuurlijk over de Alfa-Romeo 155 (’92-‘97). Velen zullen bij de ‘honderdvijfenvijftig’ meteen denken aan een knalrood en overdreven dik gevaarte, vol gehangen met dikke spoilers rondom en met Duitstalige stickers. Dit waren de DTM-auto’s met een vette 2.5 V6-motor onder de kap. In het toerwagenkampioenschap van onze oosterburen sleepte deze Alfa 155 in ’93 de titel binnen. En normaal gesproken zijn het toch echt de Duitsers die in deze klasse met de scepter zwaaien. In technisch opzicht is de ‘huis-tuin-en-keuken-155’ verwant aan enkele Fiat-modellen, zoals de Marea. Je vindt ze tegenwoordig vanaf zo’n 500 euro op Marktplaats. Op het moment van schrijven staat er ook een replica van de DTM-bolide tussen de advertenties: 7.950 euro.
En opeens had een Alfa Romeo sedan voorwielaandrijving… Dit is de 155.

En opeens had een Alfa Romeo sedan voorwielaandrijving… Dit is de 155.

Zo kennen de meesten de 155: in DTM-snit. Das ist Fett!

Zo kennen de meesten de 155: in DTM-snit. Das ist Fett!

Op naar de 156

En toen was Walter de’Silva aan de beurt om de volgende Alfa Romeo sedan in de groeiende rij aan schone koetsen toe te voegen. Hij kwam met iets indrukwekkends: de 156. Die komt, net als zijn opvolgers, aan bod in het volgende blog.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam