Klassiekers zijn een dure hobby. Of toch niet? (Deel 1 van 2)

Net als eind jaren tachtig stijgen de prijzen van hyperexclusieve auto's weer naar recordhoogten. Maar ook in de prijsklassen voor normale stervelingen zijn er occasions die meer waard kunnen worden. Wij vertellen voor wat voor soort auto's dit geldt en geven voorbeelden van modellen waarmee je dankzij de waardestijging een deel van je hobby kunt bekostigen. Begin deze maand is een Ferrari 250 GT SWB afgehamerd op 14,2 miljoen euro. De betreffende Ferrari werd voorafgaand aan de veilig geschat op 9 tot 12 miljoen euro, maar bracht veel meer op. Het is tekenend voor de sterk stijgende lijn die de markt voor klassieke auto's de afgelopen jaren vertoont. De kunst is te weten welke modellen in waarde gaan stijgen. Laten we je trouwens meteen uit de droom helpen; in de prijsklasse waar wij het hier over hebben – tot enkele tienduizenden euro's – word je er niet rijk van. Je kunt er echter wel een flink deel van je hobby mee bekostigen en da's toch bijzonder voor het sterk in waarde dalende gebruiksvoorwerp dat een auto normaal gesproken is. Een eerste voorbeeld: nog niet zo heel lang geleden kon je voor ver onder de 4.000 euro een Golf I GTI kopen. De actuele waarde van exemplaren in categorie 2*, bedraagt 8.200 euro.
wk 08 VW Golf

Een Volkswagen Golf 1 in goede staat gaat met een waarde van 5.400 euro al aardig richting zijn toenmalige nieuwprijs (7.200 euro in 1974). De roestvoorzorgsmaatregelen waren niet al te best, vandaar dat er nog maar weinig over zijn.

In originele staat

Aan welke eisen moet een auto voldoen om voor een eventuele waardestijging in aanmerking te komen? Frank Wilke, van het Duitse onderzoeksbureau Classic Analytics zegt daarover: “Als vuistregel geldt dat bij een leeftijd van dertien tot zeventien jaar het kaf zich van het koren scheidt. Dat is het punt waarop een model dat aan veel voorwaarden van een toekomstige klassieker voldoet, verzamelwaardig wordt. Of niet. Gaat een eigenaar dan met zo'n auto verder rijden of hem verkopen, omdat de reparaties duurder worden?” Kiest de bezitter voor verkoop, dan is van essentieel belang of de nieuwe eigenaar zijn aankoop op waarde schat. Door er in te investeren en hem in originele staat te laten. Want 'fabrieksstaat' is voor een waardestijging cruciaal. Ook is het belangrijk dat het merk of het model een fanbasis heeft. Wilke: “Om die reden stijgt bijvoorbeeld een Mercedes W124 – de 200-/300-serie die van 1985 tot 1996 is geproduceerd - eerder in waarde dan bijvoorbeeld een Toyota Carina uit dezelfde periode.”
wk 08 Merc W124

De Mercedes W124 (de 200-/300-serie uit 1985-1996) zit de laatste jaren aardig in de lift.

Cultfactor

De cultfactor van een auto speelt ook mee, bijvoorbeeld door goede prestaties in de internationale racerij of algemeen gewaardeerde designkenmerken. Om die reden stijgen coupés en cabrio's over het algemeen sneller in waarde dan sedans. Een voorbeeld hiervan is de tweedeurs Alfa GT uit de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig, ook wel Alfa 'Bertone' genoemd, naar zijn ontwerper. Dat model kostte rond de eeuwwisseling in toestand 2 een mille of tien, maar doet nu in dezelfde staat 23.400 euro. Zijn opvolger, de Alfetta GTV zit nu op 10.100 euro en dat prijsniveau gaat volgens kenners slechts één kant op, omhoog. In deel 2 volgen meer kenmerken van verzamelwaardige klassiekers met voorbeelden.
wk 08 Alfetta GTV

Na de klassieke Alfa GT is nu zijn opvolger, de Alfetta GTV aan de stijgende lijn begonnen.

  * We baseren ons op gegevens van het Duitse Classic Data, een orgaan dat de prijsontwikkeling van youngtimers en klassieke auto's nauwgezet bijhoudt. Het prijsniveau, vooral van de Duitse merken, komt grotendeels overeen met dat bij ons. Bij categorie 2 gaat het om 'Technisch en optisch goede, storingsvrije auto's met lichte (!) gebruikssporen.'

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam