Soms staat een auto er wel héél mooi bij. En dan is het tijd om een foto te nemen. Ik deed het in de afgelopen jaren zo’n duizend keer. Op deze plek deel ik mijn favoriete autofoto’s met jullie. Vandaag is het de beurt aan deze Volvo 240 Polar. Geschoten vlak voor de schemer aan de rand van Rotterdam.
Een vreselijk cliché
Ik ben geen hondenliefhebber. Voor de meeste viervoeters ben ik bang. Komt door Boris, de bokser van tante Rita en ome Martin vroeger. Beest (met zijn zenuwachtige knotstaartje) sprong altijd tegen de kleine Vincent op. En toch hè… Als ik één bepaald type auto in mijn bezit heb, wil ik daar altijd meteen een hond bij. Een labrador nog wel. Ja, het is een vreselijk cliché, ik weet het. De auto op deze pagina is de meest met honden geassocieerde auto die er is inderdaad. Maar toch. Ik heb er mooi twee gehad. Nee joh, geen honden natuurlijk! Ik heb het over de Volvo 240: die heeft een dubbele notering op mijn lijstje. Het was beide keren een Polar. Dat is de allerlaatste serie stationwagons die de Zweedse autobouwer - onder andere in België – van het succesmodel bouwde.
De kubuswoningen en het ontwerp van de 240. Je hoeft je hoofd geen 45 graden te buigen om te zien dat het een fijne match is.
Niet mis te verstane contouren
Soms heb je dat. Zo’n blogje waarin een autogek compleet de liefde verklaart aan een model, terwijl ie dat eigenlijk helemaal niet van plan was. Een stuk over een leuke autofoto, dat was het idee. Maar ze zijn zó leuk! Ik ga me inhouden hoor, want ik profileer me in deze wereld vooral als Mercedes-liefhebber (
of niet?).
De liefde die ik nu voor de Volvo 240 heb, ontstond overigens pas ergens na 2005. Daarvoor vond ik het model lomp, raar lang, niet sportief, luid, traag… Bah! Nu dan. Prettige gedachten over hockeyvelden, mooie buurten en pianoles schieten door mijn hoofd zodra ik de niet mis te verstane contouren van de 240 kan ontwaren. Dit is een van de laatste echte Volvo’s en ik krijg er steevast een brede, nostalgische glimlach van op mijn gezicht. En dan heb ik nog niet eens op pianoles gezeten!
Iemand zei: “Je moet nooit je auto aan de buurman verkopen.” Waarom niet? Ik deed mezelf en Dick (incl. gezin en hond) er een groot plezier mee.
Soms doet het pijn
Vorige week schreef ik over techniek die onverwoestbaar is. Vervang in die tekst de
Mercedes-Benz Baureihe W124 gerust voor de Volvo 240. Die is namelijk ook al gemaakt om gewoon te blijven rijden. Althans: dat is zijn reputatie. Ik heb er één gehad die me in een halfjaar twee keer liet stranden in Duitsland. Eén keer met een hoogzwangere vrouw, één keer met een kleine baby. De donkerrode 2.0 ging na het laatste akkefietje meteen te koop. Wat bleek: je moet een zeldzamere, maar betere 2.3 hebben. Die kan het gewicht van de stationcar met baksteenontwerp beter aan, zeiden ze. De 2.3 kwam en bleef inderdaad fantastisch rijden. Totdat die geile Benz opeens op Marktplaats stond! Verdummele! Ik raakte smoorverliefd, daar kreeg mijn buurman (inclusief hond) lucht van en weg was de blauwe stationcar. Voordeel: ik zie ‘m nog regelmatig voorbij tuffen, met z’n Canada-sticker. Soms is het best pijnlijk.
Voor de man (of vrouw) die van enorme bumpers houdt: de Volvo 240 ziet er in The States meestal zo uit.
Zelfs Duitsers kunnen hem fixen
De Volvo bovenaan het artikel is dus de eerste die ik kocht: de donkerrode. Dit is de auto die me tegen wil en dank wegwijs maakte in het Duitse garagewezen. Ze vinden hem allemaal leuk, de Duitse sleutelaars, maar hoe ongecompliceerd ook: ze begrijpen hem niet. Ja, ze krijgen hem wel weer rollend, en goed ook, maar die uren willen ze betaald hebben. Logisch. In het openingsbeeld staat –ie in de sneeuw voor een zonnige zonsondergang. De winter past ‘m goed. Ik heb trouwens Abba opgezet tijdens het schrijven van dit artikel en morgen wil ik sowieso paardengehaktballetjes met cranberrysaus... Nou en!
Die tweede had minder kilometers, dus meer cilinderinhoud en een vijf keer hogere prijs. Daarom was deze ook minstens twee keer zo goed. Tijdens de proefrit met de 240 voelden we het al. Heb hem toen even langs de kade gezet met zijn groene platen. Klik!
Voor de man (of vrouw) die van enorme verstralers houdt: de Volvo 240 ziet er in Zweden meestal zo uit.
Ga voor de kilometerkampioen!
Word je er hebberig van? Of heb je binnenkort gewoon een verhuizing staan? Je vindt zo’n 70 exemplaren van de 240 op Marktplaats. Dat zijn er nog wat meer als je ook nog even in de
oldtimer-rubriek kijkt. Over dat met die onverwoestbaarheid: op het moment van schrijven staan er 12 (twaa-luf!) exemplaren met meer dan 4 ton op de teller te koop. Recordhouder van vandaag: 616.000 kilometer. Ik bedoel maar. De kilometerkampioen kost nog geen 600 euro. Strakke 240’s met rond de twee ton op de klok zijn er ook zat hoor. In deze categorie kosten ze al snel tien keer zo veel. Tussen de twee uitersten zit een ruim en interessant aanbod van allerlei leuks.
Zweedse kwaliteit. Het wol oogt op de foto nog steeds goed!
Naar Scandinavië ermee
Ja… Echt leukjes zitten er tussen... Hmm… Een sedan (die zonder hond) lijkt me nog wel een keer wat. Ja man, lekker naar Scandinavië ermee… Ik deed het ooit met een Mercedes, maar deze Volvo hoort er meer thuis. Dat begrijp je meteen zodra je op de wollen bekleding van een late 240 plaatsneemt… Had ik al iets over Pippi Langkous gezegd?
Gaat nooit meer van mijn verlanglijstje af. Zou er een handelaar zijn die ‘m aanbiedt in combinatie met een rondreis door Zweden?
Heb jij ook een bijzondere, mooie, grappige of dierbare autofoto die je zou willen delen? Stuur hem dan naar redactie@marktplaats.nl - met of zonder anekdote - en misschien zie je jouw foto (en verhaal) binnenkort wel terug in een speciale blog.
-----
Wil je ook een klassieke Volvo kopen? Kijk dan hier!